Coderen en programmeren is een steeds belangrijker onderdeel bij het onderhoud van moderne auto's. De termen worden nogal eens door elkaar gebruikt en er zijn nog tal van andere functies die als codering of programmering gezien kunnen worden. Om de functionaliteiten van de verschillende diagnosesystemen overzichtelijk te houden maken we daarom onderscheid.
CODEREN
Bij coderen wordt de werking van bestaande software van de auto aangepast. Dit kan op verschillende manieren en op verschillende niveaus.
Basis Coderingen
Het inlezen van een nieuwe injector kan als een codering worden gezien, de injectorcode wordt immers aangepast in de bestaande software. In de praktijk wordt een nieuwe injector ingelezen met de onderhoudsfunctie voor injectoren waardoor de technicus misschien niet eens bewust is dat de software is aangepast. Een nieuwe injector inlezen/coderen is redelijk basis en vaak al mogelijk met diagnoseapparatuur voor doe-het-zelvers. Omdat dergelijke apparatuur qua coderingen niet veel verder gaat noemen we dit Basis Coderingen.
ECU Coderingen
Bij ECU coderingen worden de opties en instellingen van een auto ge(de)activeerd. Onderstaand screenshot1 is gemaakt met een Autel MaxiSys MS906-PRO en toont een lijst-weergave van de codering van een BMW 1-serie. Het overzicht laat alleen de opties zien die actief zijn, in dit geval is code 851 actief en bij BMW staat dat voor Duitse taalinstelling van het voertuig. Door bewerken te selecteren verschijnt de volledige codering en kan deze aangepast worden (screenshot2). Het aanpassen van het gedeelte van de code van 851 naar 868 veranderd de taalinstelling van de auto naar Nederlands. Er is geen nieuwe software geprogrammeerd, de codering van de bestaande software is alleen aangepast om de software anders te laten werken. Selecteer eventueel 'Selectie' om de codering aan te passen met een configuratiescherm. Er verschijnt een lijst met alle beschikbare opties voor BMW, zie screenshot 3.
Screenshot 1
Screenshot 2
Screenshot 3
PROGRAMMEREN
Waar bij coderen de bestaande software wordt aangepast, wordt bij programmeren nieuwe software naar de ECU van de auto geschreven. Die nieuwe software moet ergens vandaan komen en daarom maken we onderscheid tussen offline en online programmeren.
Offline Programmeren
Bij offline programmeren wordt er gebruik gemaakt van software die al beschikbaar is. In veel gevallen zal het de software van de oude ECU zijn. Het diagnosesysteem haalt de software van de oude ECU en schrijft het terug naar de nieuwe ECU. Het kan ook software zijn die beschikbaar is in het diagnosesysteem maar dat is maar zeer beperkt.
Online Programmeren / Pass-Thru
Bij online programmeren is er externe toegang nodig om de benodigde software te verkrijgen. Door een account aan te maken bij de autofabrikant is dit (tegen betaling) mogelijk. Vaak kan er toegang voor één uur, dag, maand of jaar aangeschaft worden. De software wordt met tussenkomst van de Autel MaxiSys VCI/VCMI naar de ECU geschreven. Deze programmeringen werken met het J2534 protocol en worden vaak Pass-Thru programmeringen genoemd.
Belangrijk! Dit artikel is samengesteld om gebruikers te informeren over de mogelijkheden van Autel diagnoseapparatuur. Procedures zijn niet altijd gelijk en kunnen verschillen per voertuig en/of diagnosesysteem. Dit is o.a. afhankelijk van de opbouw van de voertuigsoftware. Volg altijd de instructies op het scherm van het diagnoseapparaat en neem bij twijfel contact op met onze klantenservice.